Nasir vluchtte in 1999 voor de Taliban en vreest nu voor zijn thuisland: 'Ik voel me machteloos'

DEN HAAG - Hij vluchtte 22 jaar geleden als 12-jarige jongen naar Nederland. Nu ziet hij van een afstand hoe de Taliban weer zijn land overnemen. 'Ik ben heel verdrietig', zegt Nasir Refa (33).
Na een razendsnelle opmars hebben de Taliban de macht in Afghanistan overgenomen. In twee weken tijd werden belangrijke steden ingenomen. Veel mensen probeerden te vluchtten, wat leidde tot chaotische situaties op het vliegveld van de hoofdstad Kabul.
Voor Nasir is het lastig om te zien, vertelt hij geëmotioneerd in Haags Bakkie. 'Ik voel me erg machteloos en heb moeilijke momenten gehad. Je wilt er iets aan kunnen doen, nu je de vraag stelt raakt het mij ook meteen. Het is heel lastig wat daar gebeurt, waar je niks aan kan doen.'
'Je weet niet wat je overkomt'
In 1999 vertrok Nasir samen met zijn 15-jarige broer uit hun thuisland. 'Ik heb alle moeilijkheden meegemaakt die een vluchteling kan meemaken. Het was een hele moeilijke periode.' In oktober kwamen ze aan in Nederland en gingen naar een asielzoekerscentrum voor jongeren in Gelderland. 'Ik had geen idee waar op de wereld ik zat. Je weet dan niet wat je overkomt en wat je meemaakt.'
Na zes maanden verhuisde hij naar Den Haag. Hier werkt hij bij de gemeente als stadsdeelmedewerker Welzijn, jeugd en participatie voor de Schilderswijk. ' Ik coördineer het welzijnswerk en heb veel contacten in de wijk. Mensen kunnen met problemen, ideeën, oplossingen voor een beter Den Haag bij mij komen.'
Onderdrukking
Toen Nasir in Afghanistan woonde waren de Taliban ook aan de macht. 'Onderdrukkingen waren vol aan de gang.' Maar omdat hij nog maar een kind was merkte hij daar zelf niets van. 'Ik was een spelend kind, had nog geen baard en hoefde teen tulband, maar oudere mensen moesten dat we en vrouwen mochten niet de straat op.'
Nu ziet hij alles vanuit Nederland gebeuren. 'Ik ben heel verdrietig dat ik dit nu op een afstand moet meemaken. Ik heb gezien hoe het is om in angst te leven. De Taliban bepaalden hoe je je moet gedragen, kleden, wat je wel en niet op school krijgt. Dat is niet het leven dat je wilt hebben. Iedereen wil leven in vrijheid.'
Dat ging de afgelopen 20 jaar best goed, vindt Nasir. 'We hebben vier ronden verkiezingen gehad. We zijn een jonge democratie. Mensen waren blij met de vrijheid die ze hadden en hadden dromen, de zijn nu in één klap in een nachtmerrie beland.'
Wolf in schaapskleren
In de media beloven de Taliban dat ze minder streng zullen zijn dan in de jaren negentig. Nasir moet het eerst nog zien. 'Nu lijken ze een wolf in schaapskleding.'
'Wat ik hoor is dat de Taliban hebben gezegd: wij bieden amnestie. Maar intussen is gebleken dat ze gewoon mensen achterna jagen met een klopjacht.' Volgens Nasir moeten ze eerst sorry zeggen. 'Ze hebben bomaanslagen gepleegd op scholen, universiteiten, overal. En nu komen ze het land ineens overnemen en zeggen: wij bieden amnestie. Terwijl ze eerst hun excuses moeten aanbieden aan de bevolking.'
Hoop
Nasir vindt het verschrikkelijk om te zien wat er in zijn land gebeurt. Hij ziet veel emoties en verdriet bij de bevolking. 'Angst regeert in de straten van Kabul. Ineens in één klap zie je het land instorten, dat kan je niet laten gebeuren.'
Daarom hoopt Nasir dat de internationale druk toeneemt. 'Ze moeten beseffen dat ze geen land kunne besturen zonder internationale samenwerking. Ik hoop dat dat bij hun is geland en dat de internationale druk uitgeoefend wordt en ze het toch enigszins beter gaan doen dan in 1996.'