Landelijk succes, minder zwerfafval en opgenomen in woordenboek: 'containertuintjes' gaan hard

DEN HAAG - null
Of bloemen, planten en vlinders samengaan met afval? Met hun containertuintjes hebben Henk-Jan Room en Martin van Diggele bewezen dat het kan. Het idee van de tuintjes rondom ondergrondse restafvalcontainers (orac’s) werd geboren in Den Haag, maar groeide uit tot een landelijk fenomeen en vloog zelfs de landsgrenzen over. Als kers op te taart is het jonge woord ‘containertuintje’ opgenomen in het boek
Kuffelcontact & Waterwappie - De kracht van nieuwe woorden
, ‘De volgende stap is de dikke Van Dale!’
Afvalzakken die naast volle oracs werden geplaatst, ook wel bijplaatsing genoemd, bleek een hardnekkig probleem in de stad. Onder het genot van een biertje brainstormden Henk-Jan en Martin over een oplossing. ‘Henk-Jan heeft een achtergrond in industrieel ontwerpen en ik kom vanuit de reclame en marketing, dat vulde elkaar wel aan’, zegt Martin.
Verlangen
Toen ze ook nog stickers zagen met waarschuwingen voor een boete, wisten ze zeker dat ze een oplossing wilden bedenken. ‘We dachten: dit werkt toch niet?’, zegt Henk-Jan. ‘Vaak denken we in problemen en hoe we daar vanaf willen, maar achter dat probleem ligt vaak een sterk verlangen. En dat verlangen was dat mensen eigenlijk gewoon een mooie buurt en verbinding met elkaar willen.’
Vanuit die filosofie kwamen de containertuintjes ter wereld. ‘Plat gezegd is het een plantenbak rondom de container die de container omklemt’, lacht Henk-Jan. De bakken zijn 3d-geprint van gerecycled materiaal en zitten vast aan de container, ‘dus bij het leeghalen ervan in de vuilniswagen vliegen ze gewoon even mee de lucht in, dat is geen probleem voor de plantjes en de beestjes’, zegt Martin.
[caption id="attachment_856524" align="alignnone" width="980"]
Henk-Jan Room en Martin van Diggele van CityGard[/caption]
Betrokkenheid
Op sommige plekken hebben de containertuintjes al geleid tot 78 procent minder bijplaatsing van afval, maar daar is volgens Martin meer voor nodig dan alleen de tuintjes zelf. ‘De kracht ervan is de betrokkenheid van de buurt en hoe de bewoners zich samen inzetten om zo’n tuintje te onderhouden. Dan kom je tot dit soort astronomische getallen, maar zonder die betrokkenheid is dat niet realistisch.’
Momenteel staan er 37 containertuintjes in Den Haag. Henk-Jan en Martin streven naar meer, maar een containertuintje krijg je niet zomaar aan de voordeur afgeleverd. ‘Voor de gemeente is het belangrijk dat het duurzaam geborgd is’, zegt Martin. ‘De tuintjes moeten onderhouden worden en één persoon kan daar wel enthousiast over zijn, maar als die gaat verhuizen of ziek wordt, bloedt het dood. Als je bijvoorbeeld met een bewonersvereniging het
ownership
neemt, is het voor de gemeente een stuk veiliger om over te dragen.’
Dat het woord ‘containertuintjes’ is opgenomen in het ‘boek voor nieuwe woorden’
Knuffelcontact & Waterwappie
, is voor de ondernemers een kleine bekroning op het werk. Henk-Jan: ‘Het begrip, het idee en de markt zijn helemaal nieuw, dus het is heel leuk dat het nu zwart op wit staat. Daar worden we heel blij van.’
Dit bericht op Instagram bekijken