Sekswerkers dinsdag op Hofplaats in actie om weer aan het werk te mogen
DEN HAAG - null
Sekswerkers demonstreren komende dinsdagmiddag op de Hofplaats. Ze eisen dat ze net als andere contactberoepen, zoals kappers, masseurs en rijscholen, vanaf woensdag weer aan het werk mogen gaan. Voor de protestactie komen de sekswerkers met een 'peepshow op wielen' naar het plein naast het gebouw van de Tweede Kamer.
Het kabinet bepaalde dinsdagavond dat alle contactberoepen weer aan de slag mogen, maar sloot sekswerkers uit van hervatting van hun werk. 'Bij sekswerkers heb je te maken met het bijzondere karakter van dat beroep, namelijk dat je heel dicht bij elkaar bent, met alle risico's van overdracht van het virus', verklaarde premier Mark Rutte daarover.
Discriminatie
Sekswerker en organisator van de actie Moira Mona vindt dat onzin. 'Sekswerkers zijn professionals en hebben zich altijd al beschermd tegen virussen en bacteriën. Het is gewoon belachelijk dat we niet dezelfde rechten hebben als andere werkenden en niet hetzelfde behandeld worden als andere contactberoepen terwijl daar geen enkele reden voor gegeven wordt.'
Ze wijst erop dat veel leden van deze beroepsgroep buiten de voorwaarden voor financiële steun vallen. 'Dat komt omdat we niet als zzp'er worden gezien, maar ook niet als werknemer. Mensen moeten het nu al bijna een jaar doen zonder inkomsten en dat is vreselijk. Mensen worden belaagd, komen op straat te staan, of hebben zich zelfs van hun eigen leven beroofd. Ik vind het niet zo erg om te moeten wachten met werken, maar deze dingen mogen niet gebeuren.'
De demonstratie is volgens Mona dan ook meer dan een oproep om weer aan het werk te mogen. 'De boodschap is vooral dat de discriminatie moet stoppen. De politiek is op de hoogte van de situatie, maar doet er al een jaar lang niks mee. En dat terwijl er binnen een paar weken extra subsidie vrij kwam voor de vuurwerkbranche. We gaan netjes te werk en nemen hygiëne ontzettend serieus, dus ik begrijp niet waarom andere contactberoepen wel aan de slag mogen en wij niet.'