'Studenten en jongeren verdienen ook warmte', Haagse Stadspartij pleit voor energietoeslag

DEN HAAG - Studenten zouden ook compensatie moeten krijgen nu de energieprijzen zijn gestegen. Daarvoor pleit de Haagse Stadspartij (HSP). In Den Haag krijgt de minima een bedrag van 900 euro om de prijsstijging te kunnen betalen.
Met haar oproep volgt de partij de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) die eerder stelde dat studenten worden vergeten bij de compensatiemaatregelen. HSP wil nu weten waarom studenten nog geen aanvraag zouden kunnen doen.
'Waarom heeft het college geen eigen regeling energietoeslag gemaakt voor studenten die in Den Haag wonen?' Zo valt in de schriftelijke vragen te lezen. Ze wil dat dit alsnog snel wordt geregeld omdat 'studenten en jongeren ook warmte verdienen'. Daarvoor zou ook richting het Rijk gelobbyd moeten worden.
Alleen zelfstandige huishoudens
De landelijke richtlijn is nu dat studenten worden uitgesloten van een toeslag. 'Aanbevolen wordt om de energietoeslag alleen toe te kennen aan zelfstandige huishoudens.' Uit de laatste informatie van de gemeente blijkt dat personen onder 27 jaar die ook aanspraak maken op studiefinanciering niet tot een huishouden worden gerekend die recht hebben op de tegemoetkoming.
Hogere toeslag voor grotere groep
Eerder werd duidelijk dat, in navolging van landelijke regels, Den Haag de minima in onze stad 900 euro energietoeslag geeft om zo de energierekening te kunnen betalen. Dat doet ze met een hoger bedrag dan wat landelijk is aangegeven, Den Haag heeft dat bedrag met 100 euro verhoogd en ze doet het voor een grotere groep mensen (tot 130 procent van de bijstandsnorm).
Ooievaarspashouders kunnen vanaf half april het geld verwachten, anderen kunnen later een aanvraag doen via een formulier op de website van de gemeente: denhaag.nl. Die aanvraag kan gedaan worden door 21-plussers met de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfstitel die op 1 januari 2022 op hun huidige adres in Den Haag wonen. Aangezien zo'n aanvraag lang kan duren wil HSP dat die afhandelingstijd van acht weken wordt teruggebracht tot maximaal een maand.