Wordt Keti Koti een nationale feestdag? 'Tijd dat we onze slavernijgeschiedenis erkennen'

DEN HAAG - 'We hebben te lang weggekeken van dit stuk van onze nationale geschiedenis.' Als het aan Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh ligt, herdenken we vanaf nu jaarlijks de afschaffing van de slavernij, die Nederland als één van de laatste landen op 1 juli 1963 doorvoerde. Bij Bob Staat Op vertelt hij waarom Keti Koti, van oorsprong een Surinaamse feestdag, een dag is die op nationaal niveau erkend moet worden.
Het verbreken van de ketenen: dat is wat Keti Koti betekent. De feestdag heeft duidelijk twee gezichten, geeft Baldewsingh aan. ‘Het is een feest van vrijheid, maar tegelijkertijd zijn mensen honderden jaren lang vernederd, mishandeld, verkocht en vermoord. Mensen werden als bezit beschouwd en er heeft mensenhandel plaatsgevonden in ons land; dat is nogal wat.’
‘Nederland heeft lang niet geconfronteerd willen worden met dit deel van de geschiedenis', zegt Baldewsingh. Volgens hem wordt het daar langzamerhand wel tijd voor. ‘De aandacht ervoor is mager, maar het is het waard om deze gebeurtenis een gezicht te geven, denk ik. Het moet een keer erkend worden.’

Gedeelde geschiedenis
Dat het een geschiedenis van ons allemáál is, kan hij niet genoeg benadrukken. ‘De feestdag wordt nu heel veelal geduwd richting de afro-Nederlandse gemeenschap, maar het is een gedeeld feit, of je nou wit of zwart bent. Ik wil graag iedereen deelgenoot laten zijn daarvan.’
Hoe zo'n feestdag er dan uit moet gaan zien? 'Het heeft een serieus gedeelte omdat we een lange periode van slavernij herdenken waarbij mensen van hun identiteit zijn beroofd; dat is niet iets wat je viert. Maar het moet ook zeker meer zijn dan het neerleggen van een krans, dus wat mij betreft is er een belangrijke rol voor het onderwijs weggelegd om de educatieve kant ervan serieus te behandelen.'
'Aan de andere kant gaat het ook om een verkregen vrijheid', zegt Baldewsingh. 'Dat mogen we best vieren. Die vrijheid is belangrijk en die moet je willen koesteren. Dus in het kort: stevig herdenken en een beetje feest.'
Vrije dag in Den Haag
Vier politieke partijen in de raad vinden dat gemeentelijke ambtenaren voortaan op 1 juli vrij moeten zijn, 'in ieder geval totdat het een nationale vrije dag is'. Dat schrijft de Haagse Stadspartij. De SP, DENK en Partij voor de Dieren steunen de motie.
Fatima Faïd (Haagse Stadspartij): 'Den Haag heeft een belangrijke rol gehad in het slavernij verleden. Het zou daarom juist heel mooi zijn als Den Haag initiatief zou tonen en alle ambtenaren vrij zouden geven.' Nur Icar van Denk sluit zich daarbij aan. 'DENK zet zich al jaren in om 1 juli een nationale vrije dag te maken. Laten we een signaal afgeven om het belang hiervan duidelijk te maken aan de samenleving.'