Bijna overal betaald parkeren en extra geld naar armoede: dit betekent de Haagse begroting voor jou

DEN HAAG - In Den Haag gaan we de komende jaren meer betalen voor onze auto en huis. Met die extra inkomsten wil de gemeente de financiële problemen van de stad oplossen, de toenemende armoede in de stad opvangen en de doorstroming in het verkeer verbeteren. Dat blijkt uit de programmabegroting 2023-2026 die vrijdag door wethouder Saskia Bruines (D66) van Financiën is gepresenteerd.
De begroting voor de komende jaren is een uitwerking van het coalitieakkoord dat in september door D66, VVD, GroenLinks, PvdA en CDA is opgesteld. Toen werd al duidelijk dat de lasten voor inwoners omhoog gaan, omdat de gemeente er financieel slecht voorstaat. Dat komt volgens het stadsbestuur vooral doordat het Rijk onvoldoende geld geeft voor de extra taken die gemeenten hebben gekregen. De komende jaren is dit probleem wat minder nijpend door compensatie van het Rijk, maar voor de periode na 2026 is er nog geen oplossing.
Voor Hagenaars betekent de hogere lasten onder andere dat in bijna alle wijken van de stad betaald parkeren wordt ingevoerd. Alleen de wijken Vroondaal, Wateringse Veld en het stadsdeel Leidschenveen/Ypenburg vormen een uitzondering. Hiervoor wordt alleen vergunningparkeren ingevoerd als de parkeerdruk daartoe aanleiding geeft, staat in de begroting.
Parkeren op straat duurder
Verder worden in 2023 de tarieven voor parkeren op straat verhoogd met 0,50 cent per uur. In Scheveningen en het centrum wordt het tarief verhoogd naar 6,50 euro per uur. Daarnaast stijgen de tarieven voor de eerste bewonersvergunning naar 7,50 per maand en de bezoekersvergunning voor bewoners naar 30,95 euro per jaar. Dat levert de stad in 2023 7,7 miljoen extra op. De totale opbrengsten van de parkeerbelasting komen volgend jaar op 86,4 miljoen.
Geld naar verkeer
Daarnaast wil het college de doorstroming van voetgangers, fietsers en automobilisten in de stad verbeteren. Daarom investeert het college vanaf volgend jaar vier miljoen per jaar voor het maken van plannen voor nieuwe wegen en het verbeteren van bestaande knelpunten.
Het gaat onder meer om een mogelijke onderdoorgang van de Teldersweg-Scheveningseweg, het onderzoeken van een ongelijkvloerse variant voor het verkeersknooppunt de Zevensprong en de herinrichting van het Hobbemaplein.
OZB en afvalstofheffing omhoog
Daarnaast verhoogt het college de onroerendzaakbelasting (OZB) en dat zorgt voor een extra bedrag van ongeveer 16,9 miljoen euro voor de stad. Verder gaat de afvalstoffenheffing omhoog en stijgt per 1 januari 2024 de toeristenbelasting naar een bedrag van maximaal 6 euro. Dat bedrag geldt tot en met 2026, daarna worden er nieuwe tariefafspraken gemaakt.
Bezuinigingen op Wmo en ambtenaren
Ook zijn er bezuinigingen ingepland, onder meer op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Het college wil het beroep dat mensen doen op de Wmo inkomensafhankelijk maken, waarmee de komende jaren in totaal 5 miljoen euro wordt bespaard. Bovendien snijdt het college in het ambtelijke apparaat en verwacht daarmee 9 miljoen euro te bezuinigen.
Armoede
Om de toenemende armoede in de stad op te vangen, heeft het college extra geld uitgetrokken. 'De verwachting is dat door de nasleep van corona en de huidige hoge inflatie de komende jaren meer Haagse inwoners te maken krijgen met financiële problemen en een beroep doen op de gemeentelijke dienstverlening', staat in de begroting. 'We trekken negen miljoen uit om dat op te vangen.'
Arme gezinnen
Verder is er extra aandacht voor het toenemende aantal gezinnen met kinderen dat in armoede leeft. 'We trekken extra geld uit voor armoedevoorzieningen voor gezinnen met kinderen met een inkomen tussen 130 en 150 procent van het wettelijk bestaansminimum. We trekken hier eenmalig 2 miljoen voor uit in 2023', staat in de begroting.
Tevreden, maar er zijn ook zorgen
Wethouder Bruines is tevreden over de begroting. 'Met deze Haagse begroting zetten we stappen naar een solide basis voor de toekomst, waarbij we met elke euro een maximaal effect voor de Haagse inwoners willen bereiken', zegt zij.
Maar ze heeft ook zorgen. Bruines: 'Bij een solide toekomst hoort ook een bijdrage van de Rijksoverheid die toereikend is voor de langere termijn. Vooralsnog is daar vanaf 2026 onvoldoende sprake van. De gesprekken tussen gemeenten en het Rijk over de herverdeling van het gemeentefonds en nieuwe financieringssystematiek zijn daarom van groot belang.'