Openbaar Ministerie eist 22 maanden celstraf tegen Richard de Mos en vier jaar geen bestuurlijk ambt

DEN HAAG - Het Openbaar Ministerie heeft 22 maanden onvoorwaardelijke gevangeniscelstraf geëist tegen Richard de Mos. Ook zou hij een verbod op het uitvoeren van het ambt moeten krijgen voor vier jaar. De oud-wethouder wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie, corruptie, stemfraude en schending van het ambtsgeheim. 'Hij heeft jarenlang zijn politieke positie strafbaar ingezet', aldus de officier van justitie, die van 'pure vriendjespolitiek' op het Haagse stadhuis spreekt.
Het Openbaar Ministerie maakte woensdagmiddag in de Rotterdamse rechtbank ook de strafeis bekend voor de andere verdachten in de Haagse corruptiezaak.
- Oud-wethouder Rachid Guernaoui: 16 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 voorwaardelijk en een bestuursverbod van 4 jaar
- Vastgoedondernemer Dennis Buis: 11 maanden celstraf, waarvan 6 voorwaardelijk
- Voormalig Hart voor Den Haag-raadslid Nino Davituliani: 3 maanden voorwaardelijke celstraf plus een taakstraf
- Haar partner en horeca-ondernemer Erdinç Akyol: 11 maanden celstraf, waarvan 6 voorwaardelijk
- Zijn broer Atilla Akyol: 12 maanden celstraf, waarvan 6 voorwaardelijk
- Vastgoedondernemer Edwin Jansen: 12 maanden celstraf, waarvan 6 voorwaardelijk
Er wordt nog een derde vastgoedondernemer verdacht, maar om gezondheidsredenen wordt zijn zaak begin maart pas behandeld. Vanwege de lange duur van het onderzoek heeft het OM de strafeisen met ongeveer tien procent verlaagd.
'Donerende ondernemers kregen voorrang'
Het Openbaar Ministerie (OM) acht bewezen dat de verdachte ondernemers vanaf 2017 tot en met 2019 zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan om 'op weinig democratische wijze' invloed te krijgen op het politieke handelen van Hart voor Den Haag. Corruptie dus. In een democratie moeten wethouders en raadsleden het belang van alle burgers dienen, stelt de aanklager, maar bij Hart voor Den Haag kregen donerende ondernemers voorrang.
De Mos zegt dat hij met zijn ombudspolitiek opkomt voor de kleine man, maar zijn handelen gericht op het belang van hemzelf en een groep ondernemers. Vooral grote donateurs, aldus het OM. Omdat corruptie zo schadelijk is voor het vertrouwen in de democratie en een 'voedingsbodem vormt voor zware, ondermijnende criminaliteit', spreekt de aanklager van zeer ernstige strafbare feiten. Met deze eis wil het OM ook een signaal afgeven: 'Corruptie moet blijven worden onderzocht en worden aangepakt.'
'Ombudspolitiek werd vriendjespolitiek'
Dat in de politiek van De Mos donerende ondernemers werden voorgetrokken, blijkt volgens het OM vooral uit de dossiers over parkeergarage De Zeeheld, bedrijfspand De Schilde en de nachtvergunningen voor zalencentrum Opera. De Mos en Guernaoui liepen bij die projecten hard voor hun donateurs, die - zo blijkt uit mails - dit ook van hem verwachtten. Vooral De Mos week er daarbij niet voor om buiten zijn portefeuille te rommelen, zegt het OM.
De Mos zegt dat hij vooral een daadkrachtig bestuurder wilde zijn, met 'korte lijnen'. Het OM ziet wel de mogelijkheden van ombudspolitiek: 'De Mos was een rolmodel voor veel politici en mensen in Den Haag. Dat had positief kunnen uitpakken, maar hij liet zich gebruiken in zijn hang naar macht en status. Ombudspolitiek werd vriendjespolitiek.' De aanklager constateert op basis van de verhoren en zittingen dat er van enige reflectie geen sprake is. Daarom vindt het een onvoorwaardelijke celstraf op zijn plek. Hetzelfde geldt voor Rachid Guernaoui, maar omdat zijn rol kleiner was, valt zijn strafeis later uit.
'Jullie zitten in de gemeenteraad dankzij dat geld'
De voorzitter van de rechtbank gaf eind vorige week aan dat het oordeel zich zou toespitsen op de vraag of er een causaal verband was tussen donaties en geleverde diensten. Het Openbaar Ministerie ging tijdens het requisitoir regelmatig in op die vraag. Zo besprak het uitspraken van De Mos richting raadsleden, toen er onenigheid ontstond over het huisvestingsbeleid. Hij eiste als wethouder dat de fractie inging tegen het beleid van de coalitie, met de woorden: 'Ik heb de halve vastgoedsector achter me aan. Jullie zitten in de gemeenteraad dankzij dat geld.'
Omdat de ondernemers en politici zeer 'planmatig' en 'doelbewust' te werk gingen, is volgens het OM sprake van een gestructureerde groep die strafbare feiten heeft gepleegd, oftewel een criminele organisatie. De groep ondernemers en politici had het gezamenlijke doel had om Hart voor Den Haag groot te maken en wilde daar op diverse manieren van te profiteren. De ondernemers financieel, de politici qua status. Het credo van de groep was volgens de officieer 'U vraagt, wij draaien'. Deze opmerking komt ook letterlijk terug in het dossier.
De Mos centraal
Richard de Mos speelde de grootste en meest centrale rol van iedereen, aldus het OM: 'Hij vinkte jarenlang wensenlijstjes van bevriende ondernemers af.' Oud-D66'er Rachid Guernaoui had volgens het OM eerst moeite met de stijl van De Mos, maar ging er uiteindelijk toch in mee. 'Uit ambitie of uit ijdelheid', zegt het OM. Raadslid Nino Davituliani was zich volgens de aanklager bewust van haar positie als vermeende pion van de broer Akyol, die haar plek op de kieslijst gekocht zouden hebben. De ondernemers zouden bewust invloed hebben uitgeoefend: het OM noemt vastgoedondernemer Edwin Jansen ‘de onzichtbare wethouder'.
Buiten deelname aan een criminele organisatie, zijn er ook nog individuele verdenkingen voor de verdachten. Ook als de verdachten daarvan niet schuldig worden bevonden, kunnen zij nog lid zijn van een criminele organisatie.
Stemfraude en meineed
Eén van de opmerkelijkste individuele beschuldigingen is stemfraude. Vrije, geheime en eerlijke verkiezingen staan 'aan basis van Nederlandse rechtstaat', zei de officier al op dinsdag. 'De kiezer heeft het recht om de inhoud van zijn keuze voor zichzelf te houden. Daarom is het verboden om volmacht te ronselen.' Dat ronselen deden de verdachten Nino Davituliani en Erdinç Akyol stelselmatig. Volgens het OM verzamelden zij 'honderden' stemmen, die vaak niet werden uitgebracht. Ook Richard de Mos en Rachid Guernaoui krijgen dit tenlastegelegd, mede omdat zij hiervan profiteerden.
Door het lekken van vertrouwelijke informatie naar de pers en bevriende ondernemers, worden De Mos en Guernaoui ook verdacht van schending van het ambtsgeheim. Tevens hebben De Mos, Guernaoui en Davituliani zich volgens het OM ook schuldig gemaakt aan meineed, het liegen tijdens een gelofte of eed. Bij hun beëdiging als wethouder en/of raadslid hebben ze gezworen dat ze geen geschenken hebben aangenomen of beloften gedaan die de onafhankelijkheid van hun ambt aantastte, maar er is volgens de officier sprake van ‘overweldigend bewijs’ dat het drietal zich wel heeft laten beïnvloeden.
Waarschuwing
De officier besteedde aan het einde van de betoog ook aandacht aan ambtenaren. 'Iedereen heeft weleens een log proces met de overheid meegemaakt, maar zij doen dagelijks hun stinkende best doen om iedereen een gelijke kans te geven.' In dit dossier heeft het OM naar eigen zeggen veel ambtenaren gezien die hebben geprobeerd vast te houden aan de geldende normen, maar soms moesten zwichten voor de druk van de wethouders.
Tot slot volgde er een waarschuwing aan andere bestuurders en ondernemers, met soortgelijke plannen: 'Doe niet mee aan zulke praktijken. Het ontwricht niet alleen de maatschappij, maar het is ook vervelend voor je zelf als je wordt gepakt.'
De behandeling gaat vanaf maandag verder met pleidooien van de advocaten, ter verdediging van de verdachten. Het gehele achttal heeft tot dusver beweerd onschuldig te zijn. Na de pleidooien komt het Openbaar Ministerie nog eenmaal aan het woord en tot slot de verdachten. Naar verwachting vindt begin maart nog de behandeling van het dossier van Michel Zaadhof plaats en volgt de uitspraak halverwege maart.