'Haar liefhebbend hart heeft U allen omvat': waarom zoveel straten zijn vernoemd naar koningin Emma

DEN HAAG - De Koningin Emmakade, de Waldeck Pyrmontkade, het Regentessekwartier. Tientallen straten, monumenten en zelfs een hele wijk in Den Haag zijn vernoemd naar koningin Emma Waldeck-Pyrmont die van 1890 tot 1898 regentes was. Hoe komt het dat een vrouw die maar acht jaar regeerde zo'n stempel achterliet op onze stad?
Ze wordt weleens de onbekendste koningin van Nederland genoemd. Acht jaar op de troon is ook niet bepaald lang. Toch heeft Emma in die acht jaar een onuitwisbare indruk achtergelaten. En dat leidde in de eind 19e en begin 20e eeuw tot veel eerbetoon.
Emma was prinses van het Graafschap Waldeck-Pyrmont in Duitsland voordat zij de tweede vrouw werd van Koning Willem III. Emma was toen pas 20 jaar, hij 61. In 1877 was zijn eerste echtgenote Sophie van Württemberg, een volle nicht van hem, overleden. Het koppel had drie zonen, waarvan één jong was overleden en de andere twee geen plannen hadden om te trouwen. Willem zag zich daarom genoodzaakt om zelf een tweede keer te trouwen en de Oranje-dynastie voor uitsterven te behoeden.
Operazangeres
Willem III wilde eigenlijk met een operazangeres trouwen, maar zijn ministers vonden dat geen goed plan. Nadat drie andere vrouwen hem hadden afgewezen, kwam hij bij het Duitse echtpaar Waldeck-Pyrmont uit. Dat had meerdere dochters, Emma was de jongste. Het koppel, dat dus maar liefst 41 jaar scheelde, trouwde op 7 januari 1879.
In 1880 kreeg Emma een dochter, genaamd Wilhelmina. Het zou het enige kind van haar en Willem III blijven. Zijn zoon, kroonprins Willem, was in 1879 overleden en toen in 1884 de enige overgebleven zoon Alexander stierf, werd prinses Wilhelmina volgens de wet de 'vermoedelijke troonopvolgster.' Omdat de koning op leeftijd was, moest er een regent aangewezen worden die het Koninklijk gezag waar kon nemen tot Wilhelmina meerderjarig was, mocht de koning komen te overlijden. Dat werd Emma.

Toen Willem III in 1890 overleed, was het zo ver. Maar het was geen makkelijke rol om in te stappen, vertelt het Koninklijk Huis Archief. Op het moment dat Willem stierf was er namelijk een politieke crisis. Hij was erg autocratisch en eigenzinnig en vooral in zijn laatste jaren niet geliefd. Hij had politici en adviseurs van zich vervreemd, nam het niet zo nauw met de grondwet en had de band met het volk niet goed onderhouden. Emma wilde de reputatie van de Oranjes graag herstellen.
Band met het volk
Als kersverse machthebber leerde Emma de grondwet goed kennen en ze begreep dat het staatshoofd boven de politieke partijen moest staan. Ook begreep ze dat het belangrijk was een band te hebben met het volk, dat de koning jaren niet had gezien.
Zij en Wilhelmina gingen daarom het land in. Ze bezochten fabrieken, ziekenhuizen liefdadigheidsinstellingen en andere bezienswaardigheden. Met deze bezoeken doorbrak ze het isolement waarin het koningshuis was komen te staan. Ze presenteerde de monarchie als het nationale symbool dat eenheid bracht en zo lukte het haar om de populariteit van de Oranjes enorm te vergroten. En ook zij als persoon, was erg geliefd. Volgens de geschiedenisboeken had ze 'buitengewone tact en aandacht voor mensen'.

En dat is nog steeds te zien aan de vele straten, pleinen, gebouwen en wijken, die naar haar vernoemd zijn in Den Haag, de stad waar zij een groot deel van haar leven woonde, regeerde en uiteindelijk op 75-jarige leeftijd ook stierf aan een longontsteking. 'In de periode dat Emma regeerde, groeide Den Haag enorm', vertelt Leidse geschiedkundige Joost Haleman. 'Dat is een verklaring voor het grote aantal plekken dat naar haar vernoemd is.'
Bovendien, zo vertelt hoogleraar geschiedenis Henk te Velde, was de samenleving op dat moment heel verdeeld en verzuild aan het raken. 'Er was grote behoefte aan een nationaal symbool om de boel bij elkaar te houden. Het koningshuis was daar perfect voor.'
Grachtengordel
Den Haag, dat in de Middeleeuwen ontstond rond de Hofvijver, begon zich na 1850 uit te breiden buiten de 17e-eeuwse grachtengordel. Het inwonertal was toen 70.000. In 1870 zou de 100.000 worden gepasseerd rond 1900, de tijd waarin Emma aan de macht was, telde de stad al 200.000 inwoners.
Ten zuiden van de oude binnenstad ontstonden dichtbevolkte arbeidswijken zoals het Laakkwartier en de Schilderswijk, terwijl tegen de duinkant nieuwe wijken voor de meer gefortuneerde burgers gebouwd werden zoals het Statenkwartier en de Archipelbuurt.

Haleman: 'Al deze wijken en haar straten moesten namen krijgen. Dat mocht ook een vernoeming zijn, maar alleen naar een persoon van het koninklijk huis of iemand die om hun verdiensten in hun leven, of na hun dood, konden worden geëerd. Gezien Emma's populariteit en koninklijke status was het dus vanzelfsprekend dat haar naam veel naar voren kwam.' Inwoners mochten namelijk zelf ook suggesties doen voor de naam van hun straat.
Huwelijk
In 1879, toen Willem III en Emma net getrouwd waren, vroeg een bewoner van een pas opgeleverde straat in de Archipelbuurt al of zijn straat naar de nieuwe koningin vernoemd kon worden. Maar dit gebeurde niet omdat niet iedereen zo blij was met het huwelijk. Pas zes jaar later kreeg Den Haag in Bezuidenhout de Emmastraat. En in 1885 werden nog vier straten vernoemd naar Emma, naar haar vier voornamen: De Adelheid-, Emma-, Wilhelmina- en Theresiastraat. Wie in de Wilhelminastraat woont, denkt dus misschien dat de straat naar haar dochter vernoemd is, maar niets is minder waar.

Ook na Emma's dood , bleef haar naam overal opduiken. In 1936 werd het Monument voor koningin Emma in het Benoordenhout onthuld door Wilhelmina. Op de achterzijde van het monument staat een tekst, die de grote liefde voor Emma omschrijft:
'Zij die voor ons allen een moeder is geweest,is tot Gods heerlijkheid ingegaan.
Haar liefhebbend hart heeft U allen omvat.
Zij trachtte steeds een zegen te zijn voor ons allen.
Thans, nu we haar moeten missen, zooals wij haar steeds zo gaarne bij ons en om ons zagen, blijft het belangrijkste zij en haar liefde, ons omringen.'