Max en zijn vader winnen race op circuit Assen: 'Auto kan 290 kilometer per uur'

DEN HAAG - Rond zijn vierde zat hij voor het eerst in een kart. Maar wat wil je ook met een vader die coureur is. Onlangs won Max van der Snel (20) mét zijn vader Mark een raceweekend op het TT Circuit in Assen. De twee deden mee aan de Prototype Cup Germany, waarbij coureurs langere afstanden rijden dan in de Formule 1 en ze elkaar afwisselen. 'In de pit moet je heel snel uit de auto en de ander moet er snel weer in en wegrijden', legt Max uit.
Max zit nog na te glunderen van zijn winst vorig weekend. 'Het was fantastisch om dat mee te mogen maken. Het is iets waar je altijd naar streeft en dat het dan eindelijk lukt is het doel', zegt hij in Haags Bakkie. De coureur kreeg het autorace-gen er met de paplepel ingegoten.
Al op jonge leeftijd zat Max voor het eerst in een kart. 'Ik was vier of vijf jaar. Maar dat bleek iets te vroeg, want ik kon mijn hoofd met de helm niet goed rechtop houden.' Op zijn zevende begint hij dan echt. Hij doet de sport vijf jaar en doet mee aan Nederlandse kampioenschappen. Daarna richt hij zich een tijd op kitesurfen en downhill mountainbiken. Op zijn zeventiende begint hij weer met de autosport. Het bloed kroop waar het niet gaan kan.
Heel anders dan Formule 1
Naast veel racen online stapt hij ook in een echte auto en vormt hij samen met zijn vader een team. Het racen in een Le Mans Prototype racewagen is niet hetzelfde als Formule 1. 'Daar heb je één auto en één rijder. Hier heb je een team met meerdere rijders en we rijden langere afstanden, en ook 's nachts.' Kortom, heel anders dan zijn naamgenoot in de Formule 1. 'Het is een andere tak van autosport.'
Maar ook in deze racesport gaat het er hard aan toe. 'De auto's kunnen tot 290 kilometer per uur halen.' Max heeft die snelheid nog niet gehaald, want 'dat haal je alleen op het circuit van Le Mans.' Zulke hoge snelheden betekent ook dat je veel moet trainen, zowel op het racen zelf als lichamelijk.

'Ik sport twee keer per week en doe personal training. En ik ben elke dag aan het racen in de simulator.' Want er komen nogal wat krachten bij kijken als je zo'n auto in bedwang moet houden. 'De krachtsport is belangrijk, vooral voor je nek. Het zijn best veel g-krachten met sturen, dus het wordt wel zwaar.' En de coureurs rijden een stuk langer aan een stuk. 'Hoe langer de race, hoe langer je het vol moet houden.'
Voorafgaand aan een wedstrijdweekend kunnen Max en zijn vader pas daadwerkelijk trainen op het circuit. 'Je krijgt twee trainingssessies van een half uur tot drie kwartier. Je hebt niet veel tijd dus je moet snel de baan leren kennen.' Daarna zijn er twee racedagen met wedstrijden.
'Ik geef mijn vader tips'
Het racen met zijn vader samen vindt Max ontzettend leuk. 'We motiveren elkaar en je moet elkaar helpen. Ik geef hem ook wel tips', lacht hij. In oktober staat er nog één raceweekend op de planning. Daarvoor is Max nu hard aan het trainen. 'Automatisch ligt de lat nu hoger, maar het doel is om weer goed te presteren en hopelijk te winnen.'
