College blij met tijdelijke maatregelen bestaanszekerheid, maar wil extra geld voor taken gemeente

DEN HAAG - Het Haagse college is blij met steunmaatregelen om tijdelijk de bestaanszekerheid te versterken. Ze spreekt van een goede eerste stap van het demissionaire kabinet, maar hoopt op structurele maatregelen. Tegelijkertijd roept ze op om ook oog te hebben voor de financiële positie van de gemeente. 'Het Rijk zal extra geld op tafel moeten leggen', stelt wethouder Robert van Asten.
De gemeente is blij dat er extra geld wordt uitgetrokken om de bestaanszekerheid van de meest kwetsbare inwoners te versterken. Op Prinsjesdag werd duidelijk dat er 2 miljard euro voor wordt uitgetrokken om onder meer de huurtoeslag en het kindgebonden budget te verhogen. Het college spreekt van 'een broodnodige steun in de rug'. Ook het feit dat het Tijdelijk Noodfonds Energie in stand blijft kan op goedkeuring rekenen. Kwetsbare huishoudens met een hoge energierekening kunnen daar terecht voor hulp.
Het zijn echter tijdelijke maatregelen en de gemeente vindt dat er structurele oplossingen nodig zijn. 'Eén op de vijf Hagenaars leeft in armoede, onder wie 18.000 kinderen. De maatregelen die het kabinet nu treft zijn een goede eerste stap, maar met een eenmalige pot geld kunnen we bij lange na niet iedereen helpen', reageert Van Asten. 'We vragen de Tweede Kamer en ook straks het nieuwe kabinet beleid te maken waarmee we mensen structureel meer perspectief kunnen geven.'
'Het Rijk zal extra geld op tafel moeten leggen'
Ook de financiële positie van de gemeente verdient meer aandacht. Zo stijgen de kosten van bijstand, zorg en jeugdhulp en die worden niet voldoende gecompenseerd met financiële middelen, stelt het college. Daarnaast is er de wooncrisis, de energiecrisis en de opvang van vluchtelingen en ontheemden. Om te kunnen zorgen voor voldoende nieuwe woningen vraagt men om samenwerking met het Rijk voor structurele en duurzame oplossingen.
De gemeente roept een nieuw kabinet op om met 'meer financiële zekerheden te komen voor de langere termijn'. De verwachting is dat er in 2026 minder geld te besteden is. 'Het Rijk zal extra geld op tafel moeten leggen. Alleen dan kunnen gemeenten de komende jaren hun rol in de lokale samenleving goed waarmaken', aldus Van Asten.