Premier Rutte had Sigrid Kaag meer moeten steunen, vindt oud-minister Van Engelshoven

Van Engelshoven maakt zich zorgen over de verharding van het politieke klimaat, verklaarde zij in het radioprogramma Haagse Invloeden van Den Haag FM. Zij was minister van minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in kabinet-Rutte III en zag van dichtbij de gevolgen van de bedreigingen aan het adres van Sigrid Kaag, de voormalig partijleider van D66 en de huidige minister van Financiën.

Volgens Van Engelshoven was er niet alleen sprake van bedreigingen, maar ging het ook om 'breed verspreidde haat'. 'Het gemak waarmee mensen de terminologie van 'heks' overnamen. Dan dacht ik: het is bijna middeleeuws. Een vrouw die probeert iets voor elkaar te krijgen, die probeert iets goeds voor Nederland te doen, die daarin een positie bereikt, wordt op die manier weggezet.'

Van Engelshoven zegt dat het haar heeft 'gestoord' dat er door andere politieke partijen niet harder op is gereageerd. 'Hier moet je als politiek ook echt gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen: 'Wij accepteren niet dat een van ons zo wordt neergezet'.'

Zij noemt daarbij specifiek premier Rutte. Die had had steviger stelling moeten nemen, vindt Van Engelshoven. 'Hij had ook hier mogen zeggen: 'Ik accepteer niet dat een van míjn mensen zo wordt bejegend'. En dat heeft niets met vrijheid van meningsuiting te maken. Dit is iemand kwaadwillig wegzetten. Ik maak me er zorgen over dat er in Nederland nog steeds een klimaat is waarin mensen het heel normaal vinden dat je vrouwen op die manier bejegent.'

Van Engelshoven vindt dat Rutte een minister uit zijn kabinet meer had moeten steunen. 'Als je leider bent van een ploeg dan ga je als het erop aankomt, voor je mensen staan.'

Wat Van Engelshoven betreft was Kaag ook meer geschikt voor de positie van Eurocommissaris voor Klimaat dan CDA'er Wobke Hoekstra. 'Ja, ik had haar de betere kandidaat gevonden. Meer internationale ervaring, meer met klimaat en ik had het haar van harte gegund. En volgens mij was D66 ook echt een keer aan de beurt. Wij zijn nog steeds de tweede partij in dit land.'

Van Engelshoven was eerder voorzitter van D66 en bouwde samen met Alexander Pechtold D66 na een dramatische uitslag (drie zetels) na de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 weer op. Op 22 november zijn er weer verkiezingen. Twee jaar geleden haalde haar partij nog 24 zetels, nu staat D66 in de peilingen op zeven. Van Engelshoven: 'Hier wordt je niet blij van. Dat betekent dat er nog veel werk te verzetten is.'

Dat de partij het niet goed doet, komt volgens de oud-minister door een samenloop van factoren. Volgens haar heeft D66 de eigen successen te weinig naar voren gebracht, zoals het extra miljard dat naar het hoger onderwijs is gegaan en het extra geld dat voor cultuur beschikbaar is gemaakt.

Maar de 'bak ellende' die Sigrid Kaag over zich heen kreeg, speelt eveneens een rol. Ook mensen die wel enthousiast waren over Kaag, zouden daardoor toch twijfels hebben gekregen.

Van 2010 tot 2017 was Van Engelshoven wethouder in Den Haag. Zij is blij dat er straks weer een nieuw college is. De strafzaak tegen onder meer Richard de Mos heeft te lang geduurd en dat is niet goed geweest voor de stad, ziet ze. Toch is ze het er niet mee eens dat het na de vrijspraak een automatisme zou moeten zijn dat Hart voor Den Haag als grootste partij tot de coalitie toetreedt. 'Er is geen wet die zegt dat de grootste partij in het college moet.'

Ook al is De Mos vrijgesproken, andere partijen mogen nog steeds iets vinden van zijn manier van politiek bedrijven. Met deze nieuwe coalitie is er ook een meerderheid vertegenwoordigt van de Haagse kiezers. 'En het is een goed recht dat een meerderheid nu kiest voor een andere koers.'