Zaak-De Mos dient in hoger beroep: waarom en wat kunnen we verwachten?

Richard de Mos in de rechtbank
Richard de Mos in de rechtbank © ANP
DEN HAAG - De corruptiezaak tegen de Haagse politicus Richard de Mos en zijn medeverdachten gaat vandaag de tweede ronde in. Na een volledige vrijspraak in eerste aanleg, mikt het Openbaar Ministerie (OM) nu op een veroordeling in hoger beroep. Wat kunnen we daarvan verwachten? Een andere stad, nieuwe argumenten en één verdachte minder, maar vermoedelijk hetzelfde bewijs.
Het is pas net zeker dat hij voorlopig niet terugkeert als wethouder, maar Richard de Mos moet dinsdag alweer verschijnen voor de rechter. Ditmaal in het gerechtshof in Den Haag, voor een voorbereidende zitting in het hoger beroep. 'Dat kost een hoop geld en energie', zegt De Mos. 'En alleen omdat het OM zijn verlies niet wil nemen. Ik geloof steeds meer dat dit een politiek proces is.'
De aanklager leek in april knock-out, na de duidelijke vrijspraak van de Rotterdamse rechtbank voor De Mos en zijn medeverdachten. De rechter verweet het OM een tunnelvisie, zonder oog voor de mogelijkheid dat de acht verdachte ondernemers en politici elkaar niet hielpen uit machtswellust, maar uit liefde voor Den Haag.

180 graden anders

Tijdens een radio-interview kort daarop gaf OM-topman Gerrit van der Burg twee signalen af; enerzijds zei hij 'niet doof te zijn voor de signalen uit de samenleving', waarin de vrijspraak breed werd omarmd. Maar daar voegde Van der Burg wel aan toe dat de rechter '180 graden anders vond dan wat wij vonden'.
Het bleek een voorbode: na twee maanden wikken en wegen stond het OM in juni toch weer op, met een gedeeltelijk hoger beroep. Tijdens de voorbereidende zitting van dinsdag zal de advocaat-generaal (een soort officier van justitie, maar dan in hoger beroep) kort toelichten waarom. Maar het voorlopige beroepschrift geeft alvast een voorproefje.
In oktober 2019 viel de Rijksrecherche het Haagse stadhuis binnen omdat toenmalig wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui, raadslid Nino Davituliani en vijf horeca- en vastgoedondernemers werden verdacht van corruptie en schending van het ambtsgeheim. Later kwam hier nog de verdenking van deelname aan een criminele organisatie bovenop. De politici zouden onder meer nachtvergunningen en vastgoedvoordelen hebben geregeld voor de ondernemers, in ruil voor donaties aan hun partij Groep De Mos (nu Hart voor Den Haag). Alle verdachten hebben dit altijd ontkend.
Een belangrijke reden voor het OM om hoger beroep aan te tekenen, is dat justitie het bewijs anders waardeert dan de rechtbank. De aanklager hecht meer waarde aan opmerkelijke uitspraken in afgetapte berichten, zoals 'we hebben ze niet voor niets groot gemaakt', dan aan verklaringen die daarvoor zijn gegeven in de verhoorkamer of rechtbank. Omdat verdachten zich in de gesprekken 'onbespied waanden', zegt het OM.
De vrijspraak leunt verder stevig op het standpunt dat er moeilijk sprake kan zijn van corruptie als donateurs goede bedoelingen hebben, maar dat is volgens het OM helemaal niet vastgelegd in de jurisprudentie. Ook legt het OM de lat voor corruptie lager bij ambtenaren: 'Voldoende is al wanneer de ambtenaar de gever een voorkeurspositie geeft.'

Geen criminele organisatie

Na dit beroepschrift heeft het OM nog wel de verdenking van deelname aan een criminele organisatie laten vallen, waardoor oud-raadslid Nino Davituliani automatisch geen verdachte meer is. Deze verdenking werd door justitie mede gebruikt als kapstok om feiten aan op te hangen die op zichzelf niet strafbaar zijn, maar wel wanneer deze een criminele organisatie steunen. Bijvoorbeeld het uitgebreid verzamelen van voorkeursstemmen door Davituliani en haar partner Erdinç Akyol.
Door het intrekken van deze groepsverdenking moet het OM meer op individueel niveau gaan bewijzen waarom verdachten schuldig zijn, zegt Akyols advocaat Ed Manders. 'Dat vraagt om een andere lijn van argumentatie.'

Extra onderzoekswensen

Manders maakt hier zelf ook gelijk gebruik van, met een poging om bewijs tegen zijn cliënt van tafel te vegen. De voorbereidende zitting van dinsdag draait grotendeels om het al dan niet inwilligen van extra onderzoekswensen. Manders wil graag nog een aantal sleutelfiguren rond de start van het onderzoek verhoren, waaronder een ambtenaar en een Rijksrechercheur.
Een belangrijke aanleiding voor het onderzoek was een gerucht over de verkoop van horecavergunningen. Dat leidde al snel tot het aftappen van Akyol, waarna gauw werd ontdekt dat het gerucht niet klopte. Omdat meerdere getuigen ook hebben verklaard dat vergunningenverkoop vrijwel onmogelijk is, denkt Manders dat er te snel zware opsporingsmiddelen zijn ingezet. Door extra getuigen te horen, hoopt hij aan te tonen dat er onrechtmatig bewijs is verzameld.

Geen verzoeken

Andere advocaten van de verdediging hebben geen verzoeken ingediend. Hun cliënten willen vooral af van deze zaak. De verwachting is dat ook het OM geen behoefte heeft aan verder onderzoek, al wil de aanklager dat niet bevestigen.
Hoewel de zaak sneller behandeld kan worden als justitie geen wensen heeft, fronst de verdediging hierbij de wenkbrauwen. Advocaten en verdachten vinden het wrang dat een overheidsinstantie zonder nieuw bewijs in hoger beroep gaat bij een volledige vrijspraak. Zo zegt De Mos: 'Het OM vroeg letterlijk aan de rechtbank om een oordeel te vellen over de scheidslijn tussen corruptie en ombudspolitiek. Dat oordeel is geveld, laat het daarbij.'

Herhaling van zetten

Advocaat Mark Teurlings vreest voor een herhaling van zetten van begin dit jaar: 'Toen werd er niet geluisterd naar het bewijs dat wij aandroegen.' Desondanks gelooft hij dat zijn cliënt, vastgoedondernemer Dennis Buis, ook na het beroep nog een vrij man is. 'Het wordt hetzelfde robbertje vechten, maar ik vertrouw op hetzelfde resultaat.'
En hoewel De Mos misschien minder uitkijkt naar dinsdag dan naar de start van het eerste proces, rekent ook hij op een goede afloop: 'Ik weet zeker dat wij niks verkeerd hebben gedaan en geloof dat ook het hof zo zal oordelen. Ik heb een rotsvast vertrouwen dat het recht zal zegevieren.'
Als het aantal ingewilligde onderzoekswensen beperkt blijft, begint de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep in maart. Vermoedelijk zijn daarvoor minder zittingsdagen nodig dan voor de zaak in eerste aanleg: alle vragen die de rechter toen heeft gesteld zijn ook opgenomen in het dossier, dus er zijn waarschijnlijk minder verdachten-verklaringen nodig.

💬 Neem contact op! Heb jij een tip of opmerking voor de redactie? Stuur ons een bericht via het contactformulier!

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws en achtergronden uit Den Haag? Download onze app en ontvang notificaties bij belangrijk nieuws uit jouw stad!