Den Haag kan tijdelijk wat geld uitgeven, maar een financieel ravijn dreigt

DEN HAAG - De begroting van de gemeente is ondanks veel incidenteel geld, op langere termijn niet sluitend. Wethouder Saskia Bruines presenteerde vrijdagmiddag de uitwerking van het nieuwe coalitieakkoord in een begroting voor de periode 2023 tot 2027. Hoewel er nu nog geld kan worden uitgegeven, dreigen structurele problemen vanaf 2026. Net als veel andere gemeenten dreigt Den Haag dan in een financieel ravijn te vallen.
In de komende jaren trekt de gemeente Den Haag incidenteel geld uit voor bestaanszekerheid, duurzaamheid en dierenwelzijn. Geen grote verrassing. Want begin deze maand presenteerde de nieuwe coalitie de plannen, verpakt in 'Haags Akkoord 2023-2026' en de begroting die deze vrijdagmiddag werd gepresenteerd, is daarvan de uitwerking.
De begroting voor de komende jaren is nog sluitend te maken. Ondanks dat hierin een aantal tegenvallers is verwerkt, zoals de kosten voor de Tweede Kamerverkiezingen en de reparatie van het dak van het ADO-stadion. Aan de horizon doemen echter problemen problemen op. In 2026 en 2027 laten de cijfers een structureel tekort zien: respectievelijk 17 en 19 miljoen euro. Dit omdat gemeenten vanaf 2026 veel minder geld krijgen van het Rijk.
'Op de vingers getikt'
Dit structurele tekort is een probleem, want de provincie Zuid-Holland moet de begroting van Den Haag controleren en wil een sluitende begroting. Toch heeft wethouder Bruines (D66, financiën) er bewust voor gekozen om de rode cijfers te laten staan. 'Wij laten de tekorten duidelijk zien', zegt Bruines. 'Er lopen gesprekken met de landelijke overheid, dus wij hebben nog geen oplossingen geformuleerd.'
Deze twee jaren, voorheen ook vaak 'de ravijnjaren' genoemd, zijn een landelijk probleem. De inkomsten vanuit de landelijke overheid lopen terug en bijna alle gemeenten in Nederland kampen hierdoor met financiële problemen. Bruines: 'Wij krijgen waarschijnlijk een tik op de vingers van de provincie, maar zij zien ook de landelijke problemen. Onze hoop is dat een nieuwe landelijke coalitie dit probleem oplost.'

Structurele uitgaven
Ondanks dat de gemeente tegen een structureel tekort aanloopt in de toekomst, wordt er toch geïnvesteerd. De gemeente maakt dertien miljoen euro structureel vrij. Dit geld kan het nieuwe college aan de voor de deelnemende partijen belangrijke onderwerpen besteden. Dat bedrag is beschikbaar omdat Den Haag minder uitgeeft aan bijstandsuitkeringen en de WMO dan de bijdrage die de gemeente hiervoor krijgt van het Rijk. Daarom kan er 10 miljoen euro die was voor bedoeld voor de bijstand en 3 miljoen die was bedoeld voor de WMO aan andere onderwerpen worden uitgegeven.
De dienstverlening van de gemeente en het MKB zijn de grootste posten waarnaar dit geld toegaat. Hiervoor wordt respectievelijk 2,9 en 1,25 miljoen euro per jaar vrijgemaakt. Ook is meer beschikbaar voor uitbreiding van de Ooievaarspas en het verbreden van de zero-emmissiezone aan de kust. De kunstsector kan op zowel structureel als incidenteel geld rekenen en ontvangt per jaar anderhalf miljoen euro.
Armoedebestrijding
Daarnaast doet de gemeente ook een aantal uitgaven waarvoor geen structureel geld is. Dit betekent dat er eenmalig wordt geïnvesteerd. In de begroting is 90 miljoen euro beschikbaar om incidenteel ingezet te worden en de gemeente verdeelt dit over verschillende potjes. Zo komt er 2 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van kinderarmoede en wordt er 5,5 miljoen vrijgemaakt voor de proef met gratis openbaar vervoer voor kinderen tot 11 jaar.
Dat de nieuwe coalitie ook een andere koers vaart ten opzichte van de oude, wordt ook zichtbaar in de begroting. Het college maakt 6 miljoen vrij voor verduurzaming en ruim 8 miljoen euro om de natuur en de leefomstandigheden van dieren in de stad te verbeteren. Dit terwijl de inkomsten verminderen, omdat de hondenbelasting wordt afgeschaft.
De begroting van de gemeente Den Haag bedraagt in het totaal 3,2 miljard euro. De grootste inkomstenbron voor de gemeente zijn de landelijke overheid en lokale belastingen. De uitgaven zijn breed verdeeld en worden ook beïnvloed door de plannen van de coalitie. Grote uitgavenposten zijn zorg en welzijn, werk en inkomen en het onderhoud en indeling van de buitenruimte.