Gemeente wil vijf miljoen investeren in collectieve woonvormen: 'Hofjes zijn heel erg geliefd'

Maar zo'n woonvorm realiseren in de huidige krappe woningmarkt, is heel lastig. Daarom wil de gemeente tot en met 2027 een bedrag van bijna 5 miljoen euro investeren in innovatieve woonvormen. Dat staat in een voorstel dat het college van B&W deze week aan de raad voorlegt.

Concreet wil de gemeente Den Haag de komende vier jaar €1.250.000 vrijmaken voor de uitvoering van het Stimuleringsplan innovatieve woonvormen. Daarnaast zal er €3.600.000 gebruikt worden om innovatieve wooninitiatieven te ondersteunen. Het voornemen is om jaarlijks zo'n honderd woningen te realiseren.

Collectieve woonvormen hebben in Den Haag een lange historie. Zo woonde eind 19e eeuw één op de vijf Hagenaars in een hofjeswoning, een collectieve woonvorm met in die tijd vaak zeer armoedige woonomstandigheden waarop de zogenaamde ‘liefdadigheidshofjes’ een positieve uitzondering vormden. Tegenwoordig zijn hofjeshuizen juist erg geliefd en bieden ze inspiratie aan innovatieve woonconcepten.

'Naast de architectonische charme, maakt vooral de gemeenschapszin de Haagse hofjes geliefd', aldus een woordvoerder van de gemeente. 'Vaak liggen de huizen rond een gemeenschappelijke binnentuin, wat ervoor zorgt dat bewoners elkaar echt leren kennen. Daarnaast worden er soms andere voorzieningen gedeeld. Dat samen leven en samen doen draagt bij een een gevoel van veiligheid en geborgenheid.'

'Innovatieve woonvormen, laten we ze ‘hofjes nieuwe stijl’ noemen, kunnen bijdragen aan een diverse, leefbare en inclusieve stad', stelt wethouder Martijn Balster van Volkshuisvesting.

'Nieuwe collectieve woonconcepten kunnen ‘een onsje welzijn’ bieden waarmee ‘een kilo aan zorg’ kan worden voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan ouderen die samenwonen en zo de zorg goed dichtbij kunnen organiseren en mee kunnen laten groeien.

Een voorbeeld van een ouder, maar nog altijd bloeiend wooncollectief, vindt je aan de Brouwersgracht in het centrum. Daar zit Pander, wat bestaat uit zo'n 59 woningen, 8 groepswoningen, 15 bedrijfsruimtes en woningen voor mensen van 50 jaar en ouder.

De oude meubelfabriek Pander is eind jaren tachtig omgebouwd tot een woon-werkgemeenschap waarin mensen van jong tot oud en van allerlei slag samen streven naar een ideale leefomgeving. De bewoners van Pander bepalen zelf wie er komt wonen en er zijn veel gemeenschappelijke ruimtes en faciliteiten, zoals de binnenstadsvolktuin.

Samen met partners als de Haagse woningcorporaties en Centrum Groepswonen wil de gemeente vooral inzetten op dit soort collectieve woonvormen waarin ‘vragers’ en ‘dragers’ samenwonen, om op die manier een sterkere sociale basis en grotere zelfredzaamheid te creëren.

Zo kan mantelzorg worden gestimuleerd, doorstroming op de woningmarkt worden bevorderd en eenzaamheid worden bestreden.