Tweede deel in boekenserie over Haags voetbal is uit: 'Er waren nog zoveel verhalen te vertellen'

DEN HAAG - In 'Meer Haags Gras' worden alle voetbalverhalen vertelt die het eerste boek 'Haags Gras', dat in 2022 uitkwam, niet gehaald hebben. Schrijver Martin van Zaanen kwam er na publicatie van deel één namelijk al snel achter dat er nog veel meer op te schrijven viel. 'Het Haagse voetbal is een bron waar je uit kan blijven drinken.'
'Meer Haags Gras', het vervolg op 'Haags Gras', ligt vanaf zaterdag in de boekenwinkels. 'Al vrij snel na het afronden van deel één, ben ik begonnen met deel twee', vertelt schrijver Martin van Zaanen in Bob Staat Op. 'Zo gaat dat altijd hè. Tijdens het afronden van het boek moet je het uit je tenen halen, heb je fysiek ongemak en denk je: dit doe ik echt nooit meer. En een week nadat het boek uit is, begint het weer te borrelen.'
Magische momenten
Zijn vorige boek, Haags Gras, had bijzondere plekken als rode draad, in dit vervolg draait het om magische momenten. Bijvoorbeeld dat van 2 januari 1972, toen Johan Cruijff in een uit z’n voegen barstend Zuiderpark aan de zijlijn met een wit bandje stond te hannesen en er een blinde kanonskogel van Ruud Krol op hem af kwam. Een kansloze bal. Cruijff toverde hem tot zijn mooiste doelpunt ooit.
Of Frans Danen in november 1990, toen hij de bal in De Kuip na een dieptepass van Cor Lems met links subtiel over Feyenoord-doelman Ed de Goeij stiftte en FC Den Haag op 0-2 zette. In een opwelling besloot de schutter zijn wonderschone treffer te vieren met de Moonwalk van Michael Jackson, alleen nog wat mooier.
Tweehonderd clubs
Zijn keuze om weer aan het schrijven te slaan, komt volgens van Zaanen ook door de velen leuke reacties. 'Blijkbaar zijn de verhalen die ik opgeschreven heb herkenbaar. Lezers, maar ook de boekwinkels en uitgevers zeiden: zit hier niet nog een verhaal in?' En dat zat er zeker. 'Het Haagse voetbal is een bron waar je uit kan blijven drinken. Niet zo gek ook, want twintig jaar geleden hadden we nog tweehonderd clubs in onze stad.'
'Dat betekent dat er om de kilometer wel een voetbalvereniging lag. En net als een sneeuwvlok of een vingerafdruk, lijken al die voetbalclubs op elkaar maar zijn ze toch verschillend. Vaak zijn ze verbonden aan de historie van de wijk en zijn er historische verhalen die je op kunt halen met rivaliteiten die soms al 100 of 120 jaar bestaan. En hoewel er nu nog maar veertig clubs zijn, blijft het erfgoed van al die andere leven.'
Betrokkenheid enorm
Maar hoe kan het dan dat wij zo ontzettend veel voetbalclubs hadden? 'Amsterdam heeft Ajax en Rotterdam heeft zelfs drie profclubs', zegt Van Zaanen. 'Met die clubs hebben zij een grote band. Wij hebben natuurlijk ADO Den Haag, waar we veel van houden, maar zij hebben nooit de potentie vervuld die ze konden vervullen. Voor Haagse voetballiefhebbers is daarom hun eigen amateurclub belangrijker.'
'De betrokkenheid bij die amateurclubs is enorm', benadrukt de schrijver. 'Sommige mensen zijn echt zeven dagen per week op zo'n complex te vinden. Hun passie en werk gaat in het DNA van te club zitten. Het boek is ook een beetje een ode aan deze mensen.'
Toevalstreffer
Het lievelingsverhaal van Van Zaanen is ook gelijk het openingsverhaal van het boek. 'Toeval speelt, net als in veel verhalen in de bundel, een grote rol in dit verhaal. Het gaat over Heini Otto. Hij was spits bij FC Den Haag, maar daarvoor ook bij FC Amsterdam. Zijn ploeggenoot Jan Jongbloed werd geselecteerd voor het Nederlands Elftal en vroeg aan Heini of hij hem op Schiphol wilde afzetten.
Toen ze op Schiphol aankwamen, bleek er net een afzegging te zijn van Willem van Hanegem. De Nederlandse bondscoach liep naar Heini toe en zei: 'Heb jij toevallig je voetbalschoenen bij je?' Die had hij niet bij zich, maar hij woonde in Amsterdam dus hij is snel zijn schoenen en zijn paspoort gaan halen en meegevlogen naar Joegoslavië, waar hij één wedstrijd mee speelde met het elftal. Hoe mooi is dat? Dat is iedereens droom, dat je ineens gevraagd wordt mee te doen.'
Deel drie
Mensen die het Haagse voetbal volgen, doen dat volgens Van Zaanen met veel passie. 'Je komt op een verjaardag altijd wel iemand tegen die het ook leuk vindt en dan kun je er uren over praten. Het is een soort geheim genootschap.' De schrijver heeft in elk geval nog geen genoeg gekregen van de Haagse voetbalverhalen. 'Ik denk dat ik in januari begin aan deel drie.'