Redactiestatuut van Stichting Stadsomroep Den Haag

1. Algemeen

a. Dit redactiestatuut omvat mede het in artikel 64 van de Mediawet genoemde programmastatuut.

b. Het redactiestatuut heeft tot doel de onafhankelijkheid van de redactie te waarborgen bij het uitoefenen van haar journalistieke taak, binnen de bepalingen van de Mediawet, de statuten van de Stichting (hierna te noemen de stadsomroep) en het vastgestelde programmabeleid, welke alle bekend worden verondersteld bij de medewerkers. De onafhankelijkheid ziet op de eigen verantwoordelijkheid van de omroep voor de programmering en op de beïnvloeding van de redactie van binnen en buiten de omroep, commercieel of anderszins, behoudens het bij wet bepaalde.

c. Het redactiestatuut regelt voorts de rechten en plichten van de redactiemedewerkers in relatie tot de journalistieke functie van de omroep. Tevens regelt het de verhoudingen binnen de redactie en de verhoudingen tussen de redactie en de organen van de omroep en die tot andere functionarissen binnen de Stadsomroep.

d. Het redactiestatuut omvat mede de met de Stichting verbonden Haagse Omroep BV.

e. Het redactiestatuut maakt deel uit van de arbeidsovereenkomst van redactionele medewerkers van de Haagse Omroep BV.

2. Beginselen van de omroep /journalistieke functie

a. Als publieke omroep is de Stadsomroep niet gericht op het maken van winst. De beperkte financiële middelen dwingen tot een zorgvuldig en kostenbewust omgaan met die middelen.

b. De Stadsomroep opereert binnen alle relevante wettelijke regels en andere voorschriften.

c. De Stadsomroep is in de uitoefening van zijn journalistieke functie professioneel, objectief, betrouwbaar en eerlijk. Gestreefd wordt naar een zo groot mogelijke zorgvuldigheid, evenwichtigheid, onpartijdigheid en onbevooroordeeldheid bij de samenstelling en presentatie van het programma aanbod. Feiten en commentaren worden onderscheiden, hoor en wederhoor worden toegepast en feiten worden gecheckt voor ze worden gepubliceerd (zo enigszins mogelijk wordt zorgvuldige verificatie betracht). Vakmatige binding met politieke stromingen, levensbeschouwelijke opvattingen en maatschappelijke visies worden vermeden.

3. Organen en functionarissen

a. De directie vormt het bestuur van de omroep en is daarmee verantwoordelijk voor het beleid van de omroep en de uitvoering daarvan. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid en adviseert de directie.

b. De programmaraad is het programmabeleidsbepalend orgaan en stelt het programmabeleid vast, dat door de directie, op basis van het omroepbeleid, in overleg met de hoofdredacteur wordt voorgesteld.

c. De hoofdredacteur heeft de leiding over de redactie en is verantwoordelijk voor de redactionele inhoud. Hij is belast met het in opdracht van de directie ontwikkelen, voorbereiden en uitvoeren van het programmabeleid. Hij treedt in overleg met alle betrokkenen over het voor te stellen programmabeleid.

De programmabegroting wordt in overleg met de hoofdredacteur vastgesteld door de directie en de hoofdredacteur is verantwoordelijk voor de besteding daarvan binnen de gestelde grenzen.

De verhouding tussen de directie en de hoofdredacteur is nader geregeld in het directiereglement.

  1. De chef nieuws van de (Omroep West) redactie treedt op als plaatsvervanger van de hoofdredacteur bij diens afwezigheid en wordt door deze betrokken bij de onder c. genoemde taken.
  1. Wanneer de redactie een omvang bereikt van veertien personen (fulltime dienstverbanden en parttimeverbanden van minimaal 50 procent) wordt een gekozen redactieraad gevormd.
  1. Bij het ontbreken van een redactieraad, zal de hoofdredactie zeker tweemaal per jaar een plenaire redactievergadering houden.

4. Redactieraad en redactievergadering

a. De redactieraad bestaat uit drie leden. De raad wordt voor een periode van drie jaar gekozen door en uit het midden van de redactiemedewerkers, overeenkomstig de hierna onder 5. "Verkiezing redactieraad" omschreven procedure. De redactieraad kiest een voorzitter uit zijn midden en secretaris.

b. De vergadering van redactieraad wordt belegd door de hoofdredacteur of door de voorzitter van de raad. Ook indien de meerderheid van de redactiemedewerkers dit wenst wordt een vergadering belegd. De redactieraad vergadert tenminste viermaal per jaar. De vergaderingen zijn toegankelijk voor alle redactiemedewerkers, behoudens indien beslotenheid door een der leden wordt verlangd. Van de vergaderingen wordt schriftelijk verslag gedaan. De verslagen zijn toegankelijk voor de redactiemedewerkers.

c. De redactieraad adviseert de hoofdredacteur, gevraagd of ongevraagd, over alle zaken die van belang zijn voor het functioneren van de redactie. Zij spreekt zich uit bij gewone meerderheid van stemmen.

d. De hoofdredacteur, en de directie voor zover dit de competentie van de directie betreft, stelt de redactieraad te allen tijde in de gelegenheid tijdig standpunten bekend te maken over te nemen besluiten met betrekking tot aangelegenheden die van wezenlijk belang zijn voor het functioneren van de redactie.

Daartoe worden in elk geval gerekend:

  • het aan de programmaraad voor te stellen programmabeleid of redactionele edities;
  • een voorgenomen statutenwijziging met betrekking tot bepalingen die het programmabeleid raken;
  • structurele wijzigingen in het uitzendschema;
  • structurele programmatische samenwerking met derden,
  • ingrijpende wijzigingen in de huisvesting van de redactie;
  • aanstelling van een hoofdredacteur;
  • ingrijpende wijziging in de redactiebezetting;
  • ingrijpende wijziging in de begroting voor programmering.;
  • wijzigingen in het redactiestatuut

e. De redactieraad legt verantwoording af aan de redactievergadering. De redactievergadering staat open voor alle redactie medewerkers die voldoen aan de hierna onder 5 "Verkiezing redactieraad" genoemde criteria en wordt bijeen geroepen door de hoofdredacteur of door de redactieraad. De vergadering wordt ook bijeengeroepen op verzoek van tenminste een/vijfde deel van de redactiemedewerkers. De hoofdredacteur zit de vergadering voor, tenzij deze een redactiemedewerker daartoe aanzoekt. De redactievergadering komt tenminste eenmaal per jaar bijeen. Zij spreekt zich uit bij gewone meerderheid van stemmen.


f. De redactievergadering kan de redactieraad ontbinden indien tenminste tweederde van de redactiemedewerkers ter vergadering aanwezig is en de meerderheid der aanwezigen hiertoe besluit.

g. De redactieraad kan een lid van de raad met opgaaf van reden schorsen indien daartoe door drie leden wordt besloten. Tegen deze schorsing kan binnen een week beroep worden aangetekend bij de redactievergadering, die binnen twee weken tot een uitspraak komt. De vergadering beslist of het lid van de raad aanblijft of dient af te treden. Wordt geen beroep aangetekend dan volgt aftreden vanzelf.

h. Bij het ontbreken van een redactieraad wordt zeker tweemaal per jaar een plenaire redactievergadering gehouden, waarbij de onder lid d. genoemde onderwerpen worden besproken.

5. Verkiezing redactieraad

a. Verkiesbaar in de redactieraad en kiesgerechtigd zijn alle redactiemedewerkers die een arbeidscontract met de omroep hebben en niet meer in hun proeftijd verkeren. Onder redactionele medewerkers wordt verstaan de medewerkers die journalistieke werkzaamheden verrichten. Kandidaten dienen zich schriftelijk bij de redactieraad te melden, uiterlijk twee weken voor de verkiezingsdatum. De hoofdredacteur en zijn plaatsvervanger kunnen geen deel uitmaken van deze raad en evenmin leden van de ondernemingsraad.

b. De zittende redactieraad stelt uiterlijk zes weken voor het verstrijken van zijn zittingsperiode een datum vast voor de verkiezing van een nieuwe raad. De kandidaten worden tijdig bekend gemaakt onder de medewerkers, De redactieraad stelt een stembureau in en verschaft voldoende gelegenheid aan de medewerkers hun stem uit te brengen. Indien de raad tussentijds wordt ontbonden dient de demissionaire raad de verkiezingen te organiseren.

6. Persoonlijke verantwoordelijkheid

a. Indien een redactiemedewerker ernstige gewetensbezwaren heeft tegen een hem of haar verstrekte opdracht in verband met een programma, kan deze zich wenden tot de hoofdredacteur die dan de eindbeslissing neemt. Als de medewerker zich niet in deze beslissing kan vinden is hij niettemin gehouden de opdracht uit te voeren. Achteraf kan de medewerker zich tot de redactieraad wenden met het verzoek een uitspraak te doen. Bij een van de hoofdredactionele beslissing afwijkende uitspraak, treedt de redactieraad in overleg met de hoofdredacteur teneinde meer duidelijkheid te scheppen in de afwegingen en de te volgen gedragslijn

b. Indien een programma(bijdrage) van een redactiemedewerker door een beslissing van en boven hem of haar gestelde chef of redacteur ingrijpend wordt gewijzigd, is deze laatste gehouden de betreffende medewerker zo mogelijk vóór de uitzending van het programma (onderdeel) in kennis gesteld. De medewerker kan verzoeken het programma(onderdeel) niet uit te zenden; indien dit verzoek niet wordt ingewilligd zal de naam van de medewerker niet worden vermeld bij of in verband met het betreffende programma(onderdeel). De medewerker kan zich voor een nadere beslissing wenden tot de hoofdredacteur, die beslist; Kan de medewerker zich in deze beslissing niet vinden dan kan deze zich wenden tot de redactieraad met het verzoek een uitspraak te doen; Wijkt deze uitspraak af van de hoofdredactionele beslissing, dan treedt de redactieraad in overleg met de hoofdredacteur teneinde meer duidelijkheid te scheppen in de afwegingen en de te volgen gedragslijn.

c. Indien de hoofdredacteur niet kan instemmen met de afwijkende uitspraken van de redactieraad in de gevallen onder a en b, maakt hij zijn standpunt gemotiveerd kenbaar aan de redactieraad en het betrokken redactielid.

7. Arbeidsrechtelijke positie

Met betrekking tot de arbeidsrechtelijke positie van de hoofdredacteur, andere redactiefunctionarissen en redactiemedewerkers gelden geen andere bepalingen dan als opgenomen in de Collectieve Arbeidsovereenkomst en het Personeelsreglement voor alle medewerkers van de omroep.

8. Geschillen

Over geschillen omtrent bepalingen van dit redactiestatuut wordt beslist door de Raad van Toezicht, na het horen van de redactieraad, de hoofdredacteur en de directie. Geschillen die verband houden met het programmabeleid worden beslist door de Programmaraad.

9. Uitzonderingen

a. In het geval dat in een omstandigheid niet door dit statuut wordt voorzien, beslist de hoofdredacteur, na met betrokkenen te hebben overlegd.

b. Indien de redactieraad niet akkoord gaat met de op grond van artikel 9a genomen beslissing van de hoofdredacteur, kan de raad conform artikel 8 arbitrage vragen.

Dit redactiereglement is op 24 juni 2011 vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 lid 2 van de statuten van de Stadsomroep.

Algemeen directeur

Hoofdredacteur